Maandelijks archief: november 2021

Risicoverdeling in geval van gebruik van ongeschikte medische hulpmiddelen

De discussie over wie aansprakelijk is voor de schade als gevolg van het gebruik van ongeschikte medische hulpmiddelen, houdt de juridische gemoederen al enkele decennia bezig. Dat is niet voor niets: het gaat om zaken waarin patiënten worden geconfronteerd met schadelijke neveneffecten van medische hulpmiddelen. Dat kan ernstige gezondheidsschade tot gevolg hebben, soms zelfs van blijvende aard. Zo ontstond in het verleden letsel als gevolg van het gebruik van voorbehoedsmiddelen, borstimplantaten, metaal-op-metaal-heupprothesen, bekkenbodemmatjes en ‘kussentjes’ die worden gebruikt om een netvliesloslating te behandelen (miragelplombe). In dit blog gaan we in op maatschappelijke opvattingen rond aansprakelijkheid voor deze schade.

Lees verder

The Immunity of the Holy See in Sexual Abuse Cases – the ECtHR decides J.C. v Belgium

In multiple countries, allegations of sexual abuse in the Catholic Church have led to lawsuits against dioceses and clergy, and the establishment of investigation and claims commissions. However, because of the relatively muted response of the Holy See to the scandals, in some countries, victims have also filed tort suits in domestic courts against the Holy See directly. This has, for instance, happened in the United States, but also in Belgium. In 2011, a group of victims filed suit in the District Court of Ghent against, among other defendants, the Holy See. The victims asked the court to hold the Holy See liable in tort for its failure to take action against the abuses. The District Court and, subsequently, the Court of Appeal dismissed the claim on the ground that the Holy See enjoys immunity from suit. Claiming that their right of access to a court under Article 6(1) of the European Convention on Human Rights (ECHR) had been violated, the victims went on to file an application against Belgium at the European Court of Human Rights (ECtHR). On 12 October 2021, the ECtHR rendered its judgment in the case (J.C. and others v Belgium, only available in French).

Lees verder

In the name of love – In welke gevallen mogen jongeren seks hebben?

 Stel uw dochter, nichtje of buurmeisje van 15 krijgt een relatie met een jongen van 17. Ze hebben seks met elkaar. Wat vindt u hiervan? En wat vindt de wetgever hier eigenlijk van? Mag dit zomaar? Ze zijn beiden minderjarig, dus mag dit dan wel? En zou het nog uitmaken als uw dochter, nichtje of buurmeisje 14 jaar is en haar vriendje 15? Of 18? Of maakt het nog uit dat het eigenlijk helemaal niet haar vriendje is maar gewoon een jongen die ze tijdens het stappen tegen het lijf loopt? Op deze vragen is niet gemakkelijk een antwoord te geven, want wat vinden ‘we’ nog wel kunnen, en wat niet meer? Voor het boek ‘Opvattingen onderzoeken’ hebben we onderzoek gedaan naar de mening van de maatschappij over wat acceptabel is op seksueel vlak bij jongeren. In dit blog zullen we dieper ingaan op de sociaal-ethische aanvaardbaarheid van consensuele seks tussen jongeren. Lees verder

Is blootstelling aan Amerikaanse sanctiewetgeving overmacht? Een empirische toetsing van opvattingen.

Sinds enkele decennia gebruiken de Verenigde Staten (VS) economische sanctiewetgeving als een instrument van buitenlandbeleid. Deze sanctiewetgeving verbiedt bepaalde import- en exporttransacties dan wel investerings- en financieringsconstructies ten aanzien van landen die de VS politiek niet welgevallig zijn, zoals Iran en Cuba. Een aantal Amerikaanse sanctiewetten heeft een extraterritoriale dimensie, in die zin dat zij ook economische activiteiten tussen derde landen en de landen die onderhevig zijn aan sancties raken. Denk daarbij aan een handelstransactie tussen een Nederlandse vennootschap en een Cubaanse entiteit, gefaciliteerd door een Nederlandse handelsbank. In dit blog ga ik in op hoe rechter en maatschappij de gevolgen hiervan beoordelen.

Lees verder

Hangmatten en paarden: over de redelijkheid van mede-bezittersaansprakelijkheid

Zijn bezitters van een huis tegenover elkaar aansprakelijk als het huis schade toebrengt aan een van beiden? Is de bezitter van een hond aansprakelijk tegenover zijn medebezitter indien de hond schade toebrengt aan die andere bezitter? En wat te denken van aansprakelijkheid bij medebezitters van een zaak? De Hoge Raad beantwoordde mede ingegeven door de maatschappelijke opvatting de eerste vraag bevestigend en de tweede ontkennend. Het antwoord op de derde vraag is nog niet gegeven. Maar, hoe denkt ‘de maatschappij’ hierover? Uit ons empirische studie blijkt dat een substantiële meerderheid van de respondenten het aannemen van medebezitters-aansprakelijkheid in alle drie de genoemde situaties redelijk acht. In ons hoofdstuk, waarvan dit blog een beknopte weergave vormt, geven we verklaringen voor deze discrepantie en reflecteren we ook op de implicaties van deze discrepantie voor het gebruik van de term maatschappelijke opvatting. Wij concluderen dat, vanuit empirische optiek bezien, het gebruik van de term ‘maatschappelijke opvatting’ als maatstaf beter gemeden kan worden. De resultaten zijn te lezen in hoofdstuk 7 van de bundel Opvattingen Onderzoeken.

Lees verder

Vindt Nederland het redelijk dat de Staat de schade van politie-invallen draagt?

In de zaak Staat/Wherestad centraal lag de vraag voor of de schade aan woningen van verhuurder Wherestad, veroorzaakt door strafvorderlijk optreden van de politie, buiten het normaal maatschappelijke risico (het normale bedrijfsrisico) van die verhuurder viel. Door Hof en Hoge Raad wordt ‘het naar maatschappelijke opvattingen redelijk geacht dat de Staat de schade draagt die aan derden (buitenstaanders) wordt toegebracht bij een politie-inval in het kader van een strafvorderlijke opsporingsonderzoek.’ De Hoge Raad benut een maatschappelijke opvatting als bouwsteen voor zijn juridisch oordeel zonder daarbij die maatschappelijke opvatting ook nog empirisch te funderen. Wij zette een vragenlijst uit om deze vraag nader te beantwoorden. In deze blog gaan wij in op de opvatting van ‘de maatschappij’ over normaal maatschappelijk risico, zoals dat bleek uit ons empirisch onderzoek, en op de vraag of dat dan strookt met de invulling die het hof (en de Hoge Raad, doordat deze het Hof niet corrigeert) daaraan gegeven hebben.

Lees verder

Van ‘praktische handleiding’ tot onrechtmatige handeling: interne instructies en maatschappelijke zorgvuldigheid

Private regelgeving vormt, net als de verkeersopvattingen, een buitenjuridische rechtsbron: het is voor de rechter een vindplaats van opvattingen uit de maatschappij en een aanknopingspunt voor rechtsvorming. In dit blog worden enige ontwikkeling in de rechtspraak rond private regelgeving naar voren gebracht. De hierop aansluitende bijdrage in de Ucall-bundel ‘Opvattingen onderzoeken’ onderzoekt het maatschappelijke draagvlak voor de toepassing van private regelgeving door de rechter bij de invulling van de maatschappelijke zorgvuldigheidsnorm.

Lees verder