Auteursarchief: Berthy van den Broek

Berthy van den Broek

Over Berthy van den Broek

Mw. mr. dr. G.M. (Berthy) van den Broek is universitair docent bij de Afdeling Staats- en Bestuursrecht van de Universiteit Utrecht. Zij promoveerde in 2002, met een dissertatie getiteld “Planschadevergoeding, het recht op schadevergoeding bij wijziging van het planologisch regime”. Zij heeft de afgelopen jaren gepubliceerd op het terrein van het algemeen bestuursrechtelijke schadevergoedingsrecht, en in het bijzonder op het terrein van de planschade en nadeelcompensatie in relatie tot ruimtelijke ordening, luchtvaart (geluidhinder), luchtkwaliteit, natuurbescherming en waterbeheer, alsmede de Europese Richtlijn Milieuaansprakelijkheid. Berthy van den Broek geeft onderwijs op het gebied van het omgevingsrecht (ruimtelijk bestuursrecht, milieurecht) en algemeen bestuursrecht en verricht onderzoek bij het Utrecht Centre for Water, Oceans and Sustainability Law en het Utrecht Centre for Accountability and Liability Law.

Stuur e-mail | Profielpagina

Een uniforme nadeelcompensatieregeling in de Awb: het blijft een aantrekkelijke gedachte!

In 1993 kwalificeerde Peter van Buuren het idee van een wettelijke regeling van nadeelcompensatie in de Awb als een “aantrekkelijke gedachte”. Naar zijn mening was het leerstuk van schadevergoeding bij rechtmatige overheidsdaad op dat moment al voldoende ontwikkeld om een voorstel te doen voor een wettelijke regeling van nadeelcompensatie in de Awb ( P.J.J van Buuren, ‘Nadeelcompensatie in de Algemene wet bestuursrecht’, in: J.L. Boxum (red.), Aantrekkelijke gedachten: beschouwen over de Algemene wet bestuursrecht (Scheltemabundel), Deventer: Kluwer 1993, p. 91-108). Inmiddels voorziet de Wet nadeelcompensatie in een regeling voor nadeelcompensatie in titel 4.5 van de Awb. Deze wet is echter nog niet in werking getreden, hoewel het alweer vijf jaar geleden is dat de wet in het Staatsblad werd gepubliceerd (Stb. 2013/50).  Een lustrum dus, maar het is de vraag of er iets te vieren valt. Lees verder

De Nederlandse aanpak van nadeelcompensatie bij grote infrastructurele projecten

Delta_Air_Lines_B767-332_N1611B_Brussels_AirportGrote infrastructurele projecten, zoals vliegvelden, snelwegen of treinverbindingen, hebben niet alleen voordelen voor de samenleving maar veroorzaken ook hinder voor hun directe omgeving. Na de ingebruikname van een start- en landingsbaan, spoorlijn of snelweg, zullen omwonenden hinder ondervinden in de vorm van geluidoverlast. Deze permanente geluidoverlast na ingebruikname veroorzaakt vermogensschade, in de vorm van waardevermindering van het onroerend goed van omwonenden.  In Nederland wordt erkend dat deze vorm van vermogensschade onder omstandigheden moet worden vergoed. In het Nederlandse recht hebben zowel de wetgever, de bestuursrechter als de  burgerlijke rechter erkend dat de overheid aansprakelijk kan worden gesteld voor deze vorm van schade. De rechtsgrondslag van deze aansprakelijkheid is het beginsel van de gelijkheid voor de openbare lasten (égalité devant les charges publiques). Het gaat daarbij om aansprakelijkheid voor een rechtmatige overheidsdaad (nadeelcompensatie). Hoewel het systeem van nadeelcompensatie bij grote projecten in Nederland een breed draagvlak heeft, bestaat er geen algemene wettelijke grondslag voor. Weliswaar is in 2013 een wet gepubliceerd die het égalitébeginsel beoogt te codificeren (Stb. 2013, 50), maar deze is nog steeds niet in werking getreden.  De reden is, dat de wetgever in de aanpassingswetgeving een oplossing moet vinden voor enkele lastige problemen. Lees verder