Auteursarchief: Ellen Gijselaar

Ellen Gijselaar

Over Ellen Gijselaar

Ellen Gijselaar is als promovendus verbonden aan Utrecht Centre for Accountability and Liability Law (UCALL). Haar promotieonderzoek gaat over de doorwerking van positieve verplichtingen uit het EVRM op het aansprakelijkheidsrecht en het strafrecht. Onderzocht wordt op welke wijze positieve verplichtingen doorwerken op het civielrechtelijke en strafrechtelijke aansprakelijkheidsrecht, hoe die doorwerking systematisch en dogmatisch moet worden ingekaderd en welke ontwikkelingen er nog te verwachten zijn in de toekomst. Zowel een interne als een externe rechtsvergelijking maken onderdeel uit van het onderzoek.

Stuur e-mail | Profielpagina

Strafvervolging gemeente Stichtse Vecht: laatste woord hierover nog niet gezegd

Op 31 oktober 2017 deed A-G Machielse een voordracht tot cassatie in het belang der wet van het vonnis in de zaak Stichtse Vecht. In deze zaak ging het om een nalaten van de gemeente om een weg te onderhouden en om de nodige verkeersmaatregelen te nemen. Daardoor was sprake van een gevaarlijke wegsituatie die heeft geleid tot een ongeval waarbij een motorrijdster en haar duopassagier de dood vonden. De strafvervolging leidde weliswaar tot een veroordeling in verband met het nalaten de nodige verkeersmaatregelen te nemen, maar daarna is er cassatie in het belang der wet ingesteld. In zijn conclusie betoogt A-G Machielse dat de tenlastegelegde feiten naar hun aard, en gelet op het wettelijk systeem, rechtens enkel door gemeentelijke functionarissen kunnen worden verricht. Vervolging van individuele ambtenaren behoorde, gelet op de ‘collectieve aard van de fout’, niet tot de mogelijkheden. Wanneer de zienswijze van Machielse wordt gevolgd, heeft dit tot gevolg dat de officier van justitie niet ontvankelijk had moeten worden verklaard. In de literatuur is echter betoogd dat met een Straatburgse bril een dergelijke uitkomst niet aanvaardbaar is (zie bijvoorbeeld Alkema NJ 2005/210, Barkhuysen & Van Emmerik 2005, p. 88; Van den Munckhoff 2008, p. 577; Rijnhout, Sikkema & De Zanger 2014, p. 20). In deze blog wordt nagegaan of dat daadwerkelijk het geval is, en zo ja, waar een mogelijke oplossing van het probleem ligt. Lees verder

Aansprakelijkheid voor schade door gasboringen (2): de Rechtbank Noord-Nederland stelt aansprakelijkheid Nederlandse Staat vast, maar wijst vergoeding af

In onze blog van 7 maart jl. belichtten wij de overwegingen van de Rechtbank Noord-Nederland die leidden tot het oordeel dat de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) onder andere aansprakelijk is voor geleden en nog te lijden immateriële schade door mensen die boven het Groningenveld wonen en hebben gewoond. In dit tweede blog over het vonnis van 1 maart staat, zoals aangekondigd, het ‘hoe en waarom’ centraal van het oordeel van de rechtbank dat de Staat onzorgvuldig heeft gehandeld. Dat oordeel leverde geen schadevergoedingsverplichting, maar wel de nodige stof tot discussie op.
Lees verder

Relativiteit en het EVRM: een overdenking naar aanleiding van de zaak over het schietincident in Alphen aan den Rijn

monument alphenOp 9 april jongstleden was het precies vijf jaar geleden dat de schietpartij in en rond winkelcentrum de Ridderhof in Alphen aan den Rijn plaatsvond. Daarbij zijn zes dodelijke slachtoffers gevallen. Zestien personen zijn door de kogels verwond. Schutter Tristan van der V. heeft vervolgens zichzelf van het leven beroofd. Slachtoffers, nabestaanden, ooggetuigen en winkeliers van wie eigendommen zijn beschadigd, hebben de Politieregio Hollands Midden (PHM) aansprakelijk gesteld voor de geleden schade. Volgens hen had geen wapenverlof verleend mogen worden. De Rechtbank Den Haag heeft op 4 februari 2015 vonnis gewezen. Dit vonnis heeft – zoals hierna zal blijken – verschillende rechtsgeleerden in de pen doen klimmen. Net zoals bij de klimaatzaak is één aspect daarbij nog onderbelicht gebleven: de rol van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). In deze zaak wordt het beroep op dit verdrag door middel van een abstracte toets weggewuifd alsof het geen enkele invloed zou hebben. In dit blog zal worden betoogd dat dat problematisch kan zijn. Het relativiteitsvereiste kan onder omstandigheden een hoge drempel opwerpen waardoor het Nederlandse onrechtmatige daadsrecht in strijd met het EVRM lijkt te zijn.  
Lees verder

Het EVRM en de klimaatzaak: toetsing aan niet van toepassing zijnde normen

CO2uitstootHet kan u nauwelijks zijn ontgaan: op 24 juni jongstleden heeft de Rechtbank Den Haag vonnis gewezen in de zaak die stichting Urgenda aanhangig heeft gemaakt om de Staat te bewegen om de uitstoot van broeikasgassen – in het bijzonder  CO2 – in Nederland vergaand te reduceren. Tot verbazing van velen en niet de minsten heeft de rechtbank de Staat bevolen om de uitstoot zodanig te beperken dat deze in Nederland in 2020 ten minste 25% lager is dan in 1990. De klimaatzaak heeft veel aandacht gekregen. Tot nu toe is één aspect daarbij nog onderbelicht gebleven: de rol van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Dit verdrag komt aan de orde zowel in het kader van de beoordeling van de vraag of de Staat met het huidige klimaatbeleid inbreuk maakt op een subjectief recht van Urgenda, als bij de ontvankelijkheid van Urgenda als gevolmachtigde van 886 personen. Hoe moeten de (schaarse) overwegingen van de rechtbank met betrekking tot het EVRM worden geduid? Als inspiratiebron? Maar hoe werkt dat dan?

Lees verder

Gasboringen in Groningen, het EVRM en de aansprakelijkheid van de NAM

scheurenOp 18 februari jl. publiceerde de Onderzoeksraad voor de Veiligheid zijn rapport Aardbevingsrisico’s in Groningen. Uit dat rapport blijkt dat de bij de gaswinning betrokken partijen niet zorgvuldig zijn omgegaan met de veiligheid van de Groningse burgers. Veiligheid heeft tot begin 2013 geen rol gespeeld bij de besluitvorming over de exploitatie van het Groningerveld. Het College voor de Rechten van de Mens heeft in reactie op het rapport gesteld dat het tijd is voor de overheid om te erkennen welke mensenrechten in het geding zijn. Wij gaan een stap verder en betogen dat ook de NAM zich rekenschap van de mensenrechten moet geven. Als de NAM dit nalaat, kan zij daarop in een civielrechtelijke aansprakelijkheidsprocedure worden aangesproken. In zo’n procedure zou ook de immateriële schade die inwoners van het bevingsgebied lijden aan de orde kunnen komen. Lees verder