Auteursarchief: Martijn van Kogelenberg

Martijn van Kogelenberg

Over Martijn van Kogelenberg

Martijn van Kogelenberg (1980) is sinds 2015 als universitair docent verbonden aan het Molengraaff Instituut voor Privaatrecht. Hij is betrokken bij het onderwijs in de bachelor- en de masterfase op het terrein van het verbintenissenrecht, meer specifiek het contractenrecht. Als onderzoeker richt Van Kogelenberg zich op met name op het (internationale) contractenrecht. Van Kogelenberg heeft veel ervaring met het doen van rechtsvergelijkend onderzoek. Hij schreef zijn Engelstalige proefschrift over opzettelijke wanprestatie en hij heeft in diverse nationale en internationale tijdschriften gepubliceerd. Van Kogelenberg heeft ervaring met het geven van postacademisch onderwijs en hij is lid van de redactie van het Maandblad voor Vermogensrecht.

Stuur e-mail | Profielpagina

De NOM-clausule in het Engelse recht naar aanleiding van het arrest Rock Advertising Limited v MWB Business Exchange Centres Limited [2018] UKSC 24

Het leven kan simpel zijn, maar er zijn altijd wel een paar juristen beschikbaar die deze eenvoud ruw willen verstoren. Of is het een kwestie van ‘don’t shoot the messenger’ en worden gewone mensen of bedrijven door diezelfde juristen gewezen op het vertonen van inconsistent gedrag? 

In een recent arrest van het Supreme Court van het Verenigd Koninkrijk – hierna: Rock Advertising genoemd –, speelt een ogenschijnlijk eenvoudig, maar niettemin principieel juridisch contractenrechtelijk probleem: dat van de betekenis en geldigheid van een non oral modification clause (de NOM-clausule). Dit arrest is ook gesignaleerd door Drion in het Nederlands Juristenblad (NJB 2018/996). Over de in dit arrest vervatte problematiek hebben vanuit nationaalrechtelijk perspectief recentelijk Van Wechem en Schelhaas een mooie bijdrage geschreven in het tijdschrift Contracteren (Contracteren 2017/2, p. 47-52). Ik beperk me in deze signalering tot een korte schets van de feiten, de uitspraak naar Engels recht en ik ga daarbij in op de geldigheidskwestie van de NOM-clausule, de doctrine van de ‘promissory estoppel’ en het leerstuk ‘consideration’. Lees verder

Een ‘landmark’ arrest in het Engelse recht: schadevergoeding na wanprestatie (weer) back to basics!

Morris-Garner and another (Appellants) v One Step (Support) Ltd (Respondent) [2018] UKSC 20

Aan de overkant van de Noordzee bedrijft men ook privaatrecht, dat mag geen verrassing heten. Geen wetboeken, geen parlementaire geschiedenis, maar ‘decisions’: rechtspraak vormt de ruggengraat van de bekende, maar hier te lande soms ook gevreesde, ‘common law’. Maar wat is het soms een feest om in één enkele uitspraak op uiterst leesbare wijze een geheel onderdeel van het privaatrecht zo eloquent over het voetlicht te zien gebracht. Lees verder

De zaak Wood v Capita Insurance Services [2017] UKSC 24 inzake uitleg van een commercieel contract: een onvoordelige ‘bargain’ is de eigen verantwoordelijkheid van partijen

Uitleg van bedingen in commerciële contracten tussen professionele partijen: dat is ingewikkelde thematiek, zowel in Nederland als in Engeland. In deze blog wordt aan de hand van een zeer recente uitspraak van het Supreme Court van het Verenigd Koninkrijk aangestipt hoe het Engelse recht omgaat met deze problematiek, waarbij zal blijken dat partijen volgens het Supreme Court een grote eigen verantwoordelijkheid voor de formulering van contractsbepalingen hebben. De rechter schiet een partij die niet stevig genoeg heeft onderhandeld over de contractvoorwaarden, niet achteraf te hulp, zo zal blijken. Voor de Nederlandse jurist is deze uitspraak interessant, omdat men zich bewust moet zijn van de consequenties als een contract naar Engels recht moet worden beoordeeld.
Lees verder