Dagelijks archief: maart 22, 2018

De juridische ‘angle’ aan het ‘doenvermogen’ van de WRR

In het in april 2017 gelanceerde rapport ‘Weten is nog geen doen. Een realistisch perspectief op redzaamheid’ is door de WRR betoogd dat naast het ‘denkvermogen’ van de burger in de huidige participatiesamenleving ook de nodige aandacht zou moeten worden besteed aan diens ‘doenvermogen‘. De overheid rekent er immers op dat de participerende burger zelfredzaam is als het gaat om bijvoorbeeld gezondheid, arbeidsmarktperspectieven en financiën. Kortom, dat de burger in staat is om te doen wat nodig is. Voor dat doenvermogen zijn onze ‘niet-cognitieve vermogens, zoals een doel stellen, in actie komen, volhouden en om kunnen gaan met verleiding en tegenslag’, aldus de WRR, van eminent belang. Niet iedere burger is in gelijke mate bedeeld met die vermogens. Het daarmee geijkte kernbegrip ‘doenvermogen’ toetst aldus, in essentie, of de burger kan doen wat de overheid van hem, als participerend burger, verwacht. Om problemen in de uitvoeringsfase van nieuwe regelgeving tegen te gaan, moet ten tijde van het maken van beleid en/of wetgeving, alvast worden bezien of dat doenvermogen bij de betrokken burgers aanwezig mag worden verondersteld. Expliciet moet dus de vraag aan de orde komen, aldus de WRR op p. 140, en sinds januari jl.  ook het Kabinet, “of de inrichting van de regelgeving rekening houdt met verschillen in doenvermogens van de burger”.  Lees verder