Een sociale genese van rechterlijke beslissingen

In de literatuur wordt beschreven hoe rechterlijke uitspraken maatschappelijke ontwikkelingen beïnvloeden of die zelfs zouden veroorzaken. De rechtszaal zou zo steeds meer verworden tot een arena voor maatschappelijk debat. Deze ontwikkeling brengt verschillende vragen met zich. Is de rechtszaal bijvoorbeeld wel de juiste plek om een maatschappelijk debat te voeren, en is het wel aan de rechter om de maatschappij vorm en richting te geven. Voor de theorievorming die nodig is om dat soort (normatieve) vragen te beantwoorden, is empirisch onderzoek cruciaal. Hoe is het immers mogelijk om het werk van rechters te beoordelen, zonder te weten hóe rechters te werk gaan wanneer een uitspraak mogelijk een bredere maatschappelijke betekenis heeft? In dit blogbericht neem ik een voorschot op dergelijk juridisch-empirisch onderzoek. Aan de hand van rechtssociologische inzichten schets ik hoe de ontwikkeling van rechterlijke instanties tot ‘courts as arena’s for societal change’ geduid kan worden als een wisselwerking tussen de sociale werking en de sociale genese van het recht.

De sociale werkelijkheid en het recht: van codificatie tot modificatie

Op 26 april 2022 kopte de Volkskrant: ‘Verstrekkend stikstofvonnis zet bouwvergunningen voor meer dan 30 duizend woningen op losse schroeven’ en in het Financieele Dagblad sloeg werkgeversorganisatie VNO-NCW alarm omdat klimaatrechtszaken slecht zouden zijn voor het Nederlandse bedrijfsleven. Dit zijn slechts twee recente nieuwsberichten die refereren aan rechterlijke beslissingen die een grote invloed hebben op de Nederlandse samenleving. Het gaat hier om een maatschappelijke impact die niet noodzakelijkerwijs beoogd (of zelfs maar voorzien) is door de eisende partijen. Het was de groep bewoners uit Egmond aan den Hoef uit het eerste nieuwsbericht er immers niet te doen om het Nederlandse woningvraagstuk verder te compliceren, en net zo min was het de bedoeling van Milieudefensie om het vestigingsklimaat in Nederland te beïnvloeden. Toch hebben de rechterlijke uitspraken ontegenzeggelijk invloed op deze maatschappelijke vraagstukken. Andere voorbeelden zijn talrijk en niet moeilijk te vinden: denk alleen al aan de coronazaken die raken aan de gezondheid van Nederlandse burgers, of aan de vraag of de Staat zich moet inspannen om Nederlandse IS uitreizigers terug te halen – een vraagstuk dat nauw raakt aan de veiligheid van Nederlandse burgers.

Tijdens de conferentie Courts as an Arena for Societal Change, die plaatsvindt op 8 en 9 juli 2022, staat de vertaling van maatschappelijke vraagstukken naar de rechtszaal centraal. Daarmee wordt in wezen voortgeborduurd  op een klassiek rechtswetenschappelijk vraagstuk: de verhouding tussen het recht aan de ene kant en de sociale werkelijkheid aan de andere kant. Dat het enigszins gekunsteld is om een onderscheid te maken tussen deze twee concepten, is al door velen aan de orde gesteld. Natuurlijk functioneert het recht niet in een theoretisch vacuüm! Het recht beoogt immers de maatschappij te reguleren en wordt ook gevormd en gevoed door de daarin levende overtuigingen. Dat rechters een belangrijke rol spelen bij de vertaling van dit soort overtuigingen in het recht, is al sinds het arrest Lindenbaum/Cohen bekend. Al meer dan 100 jaar staat het recht daarmee in een open verbinding met de samenleving, en spelen rechters een belangrijke rol in het codificeren van het maatschappelijke opvattingen in het recht. Daartoe heeft de rechter zijn blik in beginsel op het verleden gericht: hij of zij moet de maatschappelijke ideeën over een bepaald vraagstuk identificeren om een juridische norm te kunnen interpreteren, en die norm vervolgens toepassen op de feiten van het voorliggende geval.

Verschillende recente ontwikkelingen hebben echter geleid tot een verdere verstrengeling van de toch al innige relatie tussen het recht en de sociale werkelijkheid. De belangrijkste van die ontwikkelingen is dat de wetgever prangende maatschappelijke vraagstukken, zoals klimaatverandering of het stikstofprobleem, soms lang onbeantwoord laat. Er zou zelfs sprake zijn van een ‘terugtred van de wetgever’. Aan de andere kant roeren zich in toenemende mate maatschappelijke groeperingen die ontevreden zijn met de door de overheid ingezette koers (of juist met het gebrek daaraan), zoals recent ook nog door Keirse en Mak werd gesignaleerd in hun NJV preadvies. Onder meer aan de hand van fundamentele rechten en het Europese recht, wordt de rechter vervolgens gevraagd om te doen wat de wetgever heeft nagelaten. Op die manier kan van rechterlijke uitspraken, die van oudsher dus met name een rol spelen in het codificeren van wat leeft in de maatschappij, in toenemende mate ook een modificerende werking uitgaan. De gang naar de rechter wordt dan dus ingezet als vehikel voor het verwezenlijken van maatschappelijke veranderingen.

Geschiloverstijgende effecten van rechterlijke beslissingen

Dit gebeurt natuurlijk het meest prominent in zaken waar grote, door de overheid onbeantwoorde vraagstukken centraal staan, zoals hierboven omschreven. Maar ook zaken die niet direct gaan over een dergelijk vraagstuk kunnen de samenleving beïnvloeden. Aansprakelijkheidszaken tegen medici kunnen bijvoorbeeld leiden tot stijgende verzekeringspremies, of zouden defensief gedrag in de hand kunnen werken, met alle negatieve gevolgen voor de kwaliteit van de gezondheidszorg van dien. Al deze zaken hebben met elkaar gemeen dat een rechterlijke beslissing niet enkel de partijen in het individuele geschil raakt, maar tevens invloed heeft op talrijke anderen die níet in de rechtszaal vertegenwoordigd zijn, en van wie het bestaan in sommige gevallen zelfs nog onbekend is.

Het debat in de rechtswetenschappelijke literatuur heeft zich tot nu toe vooral gericht op de vraag of het wel de taak is van de rechter om richting te geven aan maatschappelijke ontwikkelingen, of dat dit zou moeten overlaten aan zijn collega-staatsmachten. Ook worden voorstellen gedaan voor het uitbreiden of aanpassen van de rechterlijke gereedschapskist, om de rechter in staat te stellen om beter zicht te krijgen op de maatschappelijke context waarbinnen zijn of haar uitspraak moet functioneren.

In mijn onderzoek beoog ik echter om een stap terug te nemen. Mijn uitgangspunt is dat rechters nu eenmaal, zo nu en dan – en ongeacht de vraag of dat wel wenselijk is en of ze daar wel de benodigde tools voor hebben – uitspraken (moeten) doen waar maatschappelijke effecten van (kunnen) uitgaan. Effecten kunnen immers indirect en onvermijdelijk zijn, maar ook al zouden alle effecten voorzienbaar zijn: de rechter kan er niet voor kiezen om een zaak dan maar niet te beslissen. De vraag is vervolgens of er sprake is van een terugkoppeling van die geanticipeerde impact naar het rechterlijke beslissingsproces, en zo ja, op welke wijze die terugkoppeling plaatsvindt. Met andere woorden: speelt de geanticipeerde impact van een beslissing een rol in het beslissingsproces? Maakt het voor het rechterlijke beslissingsproces bijvoorbeeld uit of het Nederlandse ondernemingsklimaat inderdaad wordt beïnvloed door klimaatzaken? Of verandert de benadering van medische aansprakelijkheid nu we weten dat de gedragseffecten van die aansprakelijkheid beperkt lijken te zijn? We weten dat de maatschappelijke impact van de in de wet neergelegde rechtsregels al moeilijk te meten is, dus op welke manier verzamelen rechters informatie over de potentiële impact van een beslissing, gegeven het feit dat zij geen sociologen, economen of politicologen zijn. En aan de hand van welke standaarden beoordeelt een rechter vervolgens of een bepaald effect al dan niet wenselijk is? Dergelijke informatie kan bijdragen aan het formuleren van theorieën over het rechterlijke beslissingsproces.

Rechterlijke besluitvorming en een sociale genese van het recht?

Belangrijk in dat beslissingsproces in het type zaak dat ik hierboven beschreef, is dat de rechter geconfronteerd wordt met de partij-overstijgende gevolgen van een beslissing. Dit soort gevolgen, die we in rechtssociologische termen kunnen kwalificeren als de sociale werking van rechterlijke uitspraken, kan de dynamiek van het rechterlijke beslissingsproces beïnvloeden. Als de rechter de effecten van zijn uitspraak in de sociale werkelijkheid een rol wil geven in zijn beslissingsproces, kan hij immers niet meer enkel zijn blik op het verleden richten. Hij moet dan overstappen van een op juridische principes gefundeerde redenering naar een redenering waarin (ook) de consequenties van zijn uitspraak voor niet-partijen een rol spelen. Daartoe moet de rechter reflecteren op de toekomst – een activiteit die, zo is weten wij allemaal maar al te goed, omgeven is met vele onzekerheden en subjectiviteit. Het proces van een terugkoppeling van de geanticipeerde impact van een rechterlijke beslissingsproces zouden we kunnen omschrijven als een sociale genese van rechterlijke uitspraken.

Om het proces van sociale genese van rechterlijke uitspraken te kunnen begrijpen, moeten we dus verder kijken dan de bilaterale focus van het Nederlandse procesrecht en de bestaande literatuur over rechterlijke rechtsvinding. In mijn onderzoek, waarover ik presenteer tijdens de conferentie in Leiden, probeer ik methoden te ontwikkelen die gebruikt kunnen worden om zicht te krijgen op de sociale werkelijkheid van het juridische beslissingsproces.

Deze blog verscheen eerder in een aangepaste vorm op de Leiden Law Blog, en is geschreven als opmaat naar de conferentie Courts as an Arena for Societal Change, die in Leiden zal plaatsvinden op 8 en 9 juli 2022.