Categorie archief: Empirie en recht

Het avondklokoordeel en de rol van de rechter

Afgelopen dinsdag oordeelde de voorzieningenrechter in Den Haag dat de avondklok per direct van tafel moet. De ontwikkelingen gingen vervolgens razendsnel: ’s avonds ging de directe inwerkingtreding van het vonnis van tafel, het kabinet presenteerde een nieuwe spoedwet en as we write loopt het hoger beroep. In dit blogbericht nemen wij een stap terug en beschouwen het oordeel van de voorzieningenrechter als een actuele illustratie van een veel bredere ontwikkeling. Een ontwikkeling waarin de rechter in toenemende mate geconfronteerd wordt met politiek geladen kwesties waarvan de gevolgen de reikwijdte van het voorliggende geschil (ver) overstijgen. Wij wijzen op twee overkoepelende perspectieven van waaruit kan worden gereflecteerd op uitspraken als die van de voorzieningenrechter. Vanuit die perspectieven kunnen enkele uitdagingen voor de rechter en de rechtswetenschap worden geïdentificeerd.

Lees verder

Beïnvloedt de motiveringsstijl de maatschappelijke acceptatie van rechtspraak?

De rechter dient zijn uitspraak te motiveren, mede omdat die motivering van belang is voor de maatschappelijke acceptatie van rechtspraak. Bij sommigen leeft de gedachte dat de ene motiveringsstijl deze acceptatie meer ten goede zou komen dan de andere. In het bijzonder zou de discursieve motiveringsstijl een (positieve) invloed hebben op de maatschappelijke acceptatie van rechtspraak. Maar in hoeverre is dat daadwerkelijk het geval? Een Utrechts-Leids team, bestaande uit Ivo Giesen en Elbert de Jong van de UU, en Willem van Boom en Niek Strohmaier van de UL, deed empirisch onderzoek naar de vraag in hoeverre de gehanteerde motiveringsstijl de maatschappelijke aanvaarding van rechtspraak beïnvloedt. In het Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht verschenen de resultaten van die studie. In dit blog lichten wij een klein tipje van de sluier op. 

Lees verder

Empirisch-juridisch onderzoek en de sprong van feit naar norm

Als naar aanleiding van een empirisch-wetenschappelijke bevindingen over het recht dat recht wordt veranderd, dan wordt er een sprong gemaakt van feit naar norm. Een dergelijke sprong moet gerechtvaardigd worden omdat anders wordt miskend dat het recht inherent normatief is en feiten geen juridische normen en regels dicteren. Een aantal maanden geleden is over dit onderwerp – waar Ivo Giesen op deze blog eerder ook aandacht aan besteedde – een artikel van mijn hand verschenen in het Nederlands Juristenblad. In dat artikel presenteer ik een stappenplan aan de hand waarvan kan worden bepaald of in een specifiek geval een rechtvaardiging aanwezig is voor de sprong van feit naar norm. In deze blog, die een verkorte bewerking is van dat artikel, licht ik eerst de kloof tussen feit en norm nader toe waarna ik vervolgens in ga op het door mij ontwikkelde stappenplan. Lees verder