Maandelijks archief: maart 2021

The Dutch Judicial Review of the Curfew: Normalised and Entrenched Emergencies

In January 2021, a curfew was adopted in the Netherlands, prohibiting people from going outside between 21:00 and 04:30. The curfew affects a range of human rights, including, inter alia, the freedom of movement, the right to private and family life and the freedom of assembly. The legality and necessity of this measure were challenged before the Dutch courts by a local foundation. On 16 February, the Hague Regional Court (Rechtbank) found that the curfew could not be based on the law that was invoked by the Government and that such a measure was unnecessary. In its judgment of 26 February, the Court of Appeal (Gerechtshof) rejected the findings of the Hague Regional Court and ruled in favour of the Government. This blog argues that the courts’ findings on the legality and necessity of the curfew were largely based on the (mis)conception of what an emergency means, and what form and intensity of judicial review is required in such situations. In doing so, however, the Dutch courts omitted the crucial question regarding the use of emergency measures in the situation of normalised and entrenched emergencies. Lees verder

Ontoerekeningsvatbaarheid – wat is daar het criterium voor?

De ontoerekeningsvatbaarheid geldt als een van de meest bediscussieerde thema’s in het strafrecht. Zo leidde de Noorse casus van Anders Breivik – was hij nu wel of niet toerekeningsvatbaar? – tot veel debat. Ook in Nederland zijn er geregeld zaken waarin juist de vraag rond de toerekeningsvatbaarheid de gemoederen bezig houdt. Een voorbeeld is de zaak Bart van U., die zijn eigen zus en ook oud-minister van Volksgezondheid Els Borst om het leven bracht. En op dit moment loopt de zaak van Thijs H., waarbij gedragskundigen van het Pieter Baan Centrum aan de rechtbank adviseerden om aan de verdachte de feiten in het geheel niet toe te rekenen, terwijl de rechter oordeelde dat de feiten in verminderde mate konden worden toegerekend. De discussie gaat echter niet alleen om individuele zaken, maar ook om de toerekeningsvatbaarheid zelf. In deze bijdrage bespreek ik een belangrijk discussiepunt, zeker ook voor Nederland: wat is het criterium voor ontoerekeningsvatbaarheid?

Lees verder

Klimaataansprakelijkheid van private ondernemingen

In december 2020 startte de inhoudelijke behandeling van een in potentie impactvolle klimaatprocedure van Milieudefensie en enkele andere belangenorganisaties tegen Shell. Dit soort klimaatzaken spreken tot de verbeelding. Met name is er veel aandacht voor de rol van de rechter. Een ander thema dat naar voren komt, is hoe kwesties van klimaataansprakelijkheid van ondernemingen zich verhouden tot de grondslagen en leerstukken van het materiële aansprakelijkheidsrecht. Hoe valt, met andere woorden, een probleem als klimaatverandering in civielrechtelijke leerstukken, zoals de ongeschreven zorgvuldigheidsnorm, relativiteit, causaliteit en schade, te vatten? De beantwoording van dit soort vragen brengt moeilijke keuzes met zich die naar mijn smaak nog te weinig onderwerp van (rechtswetenschappelijk) debat zijn, terwijl ze wel aan relevantie zullen winnen. In mijn recente redactioneel voor het NTBR vraag ik om meer aandacht voor dergelijke vragen. Het redactioneel is hieronder, zonder voetnoten, opgenomen.

Lees verder

Toeslagen en tbs: de ongemakkelijke realiteit van valspositieven

Een onrechtvaardigheid die de toeslagenaffaire aan het licht bracht was dat sommige groepen ouders zo streng werden gecontroleerd op fraude dat het voor hen vrijwel onmogelijk was hun onschuld aan te tonen. Met hard optreden kunnen veel frauders worden gepakt, maar het verhoogt tegelijkertijd het risico op het treffen van onschuldigen (valspositieven). De affaire legt daarmee een dilemma bloot dat op meer juridische terreinen speelt en dat in het bijzonder knelt op het terrein van de oplegging van tbs. Tbs wordt opgelegd om recidive te voorkomen. Recidive is echter moeilijk te voorspellen. Dat betekent dat een relatief grote groep tbs-gestelden in feite niet zal recidiveren (valspositieven), maar dus wel vastzit. Hoe moet daarmee worden omgaan?

Lees verder