Categorie archief: Verantwoordelijkheid in de Post-Industriële Samenleving

Naar een alternatief compensatiesysteem voor beroepsziekten?

Al jaren is de schadeafhandeling van beroepsziekteclaims via het aansprakelijkheidsrecht complex. Een terugkerende discussie in de juridische literatuur is dan ook of ons aansprakelijkheidsrecht misschien moet worden verlaten in dit type zaken. In dit blog ga ik aan de hand van een eerste verkennende analyse in op één alternatief voor het aansprakelijkheidsrecht, namelijk een alternatieve compensatieregeling voor beroepsziekten. Achtereenvolgens ik stil bij de juridische complexiteit van beroepsziekteclaims, het idee van een alternatief compensatiesysteem, verschillende concepties van rechtvaardigheid die ten grondslag liggen aan alternatieve compensatiesystemen, de vragen die een alternatief compensatiesysteem oproept en het belang van nader onderzoek. Dit blog is geschreven naar aanleiding van mijn bijdrage aan de Bastion-bijeenkomst van de Vereniging voor Burgerlijk Recht op 9 april 2021. 

Lees verder

The WHO and the Italian Response to the COVID-19 Pandemic on Trial

A lot has been said about the tension between the accountability of international organizations and their immunity when the latter is invoked in proceedings against the organization or its officials. Less discussed is the case of an organization obstructing the course of justice by not waiving the immunity of its officials and experts summoned as witnesses by national authorities. In this blog, I will examine the possible arguments for not revoking this immunity in national procedures, and the legal consequences of this decision.

Lees verder

Het klimaatbevel van de Hoge Raad: waarom die haast en mag het wat minder?

De Nederlandse Staat en milieuvereniging Urgenda zijn het erover eens dat de opwarming van de aarde beperkt moet blijven, maar ze zijn het erover oneens hoe snel de Nederlandse broeikasgasuitstoot moet worden gereduceerd. Urgenda wil een reductie van 25% voor 2020, de Staat vindt dat te snel en te ingrijpend, en richt zich liever op zijn klimaatdoel voor 2030. Urgenda krijgt in alle drie de instanties gelijk van de rechter. Waarom vinden Urgenda en de rechters dat de Staat veel extra klimaatmaatregelen in korte tijd moeten treffen? In deze blog sta ik stil bij enkele feiten uit het Urgenda-proces die het belang van Nederland bij adequate klimaatmaatregelen onderstrepen, en leg ik uit waar de 25% norm vandaan komt.  Lees verder

Na Urgenda: een huiselijk gesprek over de overheid in het strafbankje

Wat als de Urgenda-uitspraak straks bij de Hoge Raad in stand blijft? En wat als de overheid dan niet (meer) kan voldoen aan het opgelegde bevel? Gijzelt Urgenda dan een Minister? Of gaat zij voor een fikse dwangsom, en zo ja, wat mogen ze dan doen met die centen? Wat volgt zijn enkele overpeinzingen na een keukentafelgesprek… Lees verder

Wordt de Hoge Raad ‘gevolgd’ door de wetgever? Geen vergoeding voor waardevermindering, wel voor misgelopen woongenot in Noordoost Groningen

Op vrijdag 19 juli 2019 beantwoordde de Hoge Raad de prejudiciële vragen van de Rechtbank Noord-Nederland over de verantwoordelijkheid voor en afwikkeling van de bodembewegingsschade in Noordoost Groningen. De Hoge Raad lijkt aan te sturen op een bredere kring van verantwoordelijke partijen; er zijn aanwijzingen dat naast de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) ook Energie Beheer Nederland (EBN) en de Nederlandse staat verantwoordelijk zijn. Die verantwoordelijkheid nam de overheid al ter hand door de aankondiging van het Permanente Instituut Mijnbouwschade.De overheid zegde toe daarin het civiele schadebegrip te volgen, waarvan tot 19 juli 2019 werd verondersteld dat ook waardedaling samenhangend met het aardbevingsrisico daarbinnen viel. De Hoge Raad oordeelt echter dat dit type waardevermindering niet hoeft te worden vergoed totdat sprake is van geofysische stabiliteit. Wetenschappelijk bewijs wanneer dat moment zich zal voordoen ontbreekt echter vooralsnog. Misgelopen woongenot moet wel worden vergoed. Daarmee plaatst de civiele rechter de Nederlandse rechter voor een dilemma. Lees verder

Hoge Raad over bodembewegingssschade: een bredere kring van verantwoordelijken, maar een oplossing lijkt nog niet in zicht

Op vrijdag 19 juli 2019 beantwoordde de Hoge Raad de prejudiciële vragen van de Rechtbank Noord-Nederland over de verantwoordelijkheid voor en afwikkeling van de bodembewegingsschade in Noordoost Groningen. De Hoge Raad lijkt aan te sturen op een bredere kring van verantwoordelijke partijen;er zijn aanwijzingen dat naast de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) ook Energie Beheer Nederland (EBN) en de Nederlandse staat verantwoordelijk zijn. Die verantwoordelijkheid nam de overheid al ter hand door de aankondiging van het Permanente Instituut Mijnbouwschade. Tegelijkertijd overweegt de Hoge Raad dat – hoewel verdedigbaar is dat immateriële schade wordt geleden – smartengeldbedragen in beginsel niet forfaitair begroot mogen worden, omdat deze schade hoogstpersoonlijk is. Dat voorspelt weinig voortvarendheid in het dossier:momenteel zijn al ten minste 5200 smartengeldvorderingen aanhangig bij de Rechtbank Noord-Nederland en de vraag is wat de doorlooptijd daarvan zal gaan worden als in individuele gevallen moet worden beslist. Lees verder

Hoger beroep Urgenda – Van gevaarzetting naar mensenrecht

Het Hof Den Haag heeft in het hoger beroep van het Urgenda-proces geoordeeld dat het Nederlandse klimaatbeleid onrechtmatig is en dat de Nederlandse Staat meer maatregelen moet nemen om zijn broeikasgasemissies te verminderen. Het emissiereductiegebod dat de rechter in eerste aanleg heeft opgelegd blijft dus overeind, maar de grondslag voor het gebod is veranderd: volgens het hof handelt de Staat niet onrechtmatig vanwege strijd met een ongeschreven zorgvuldigheidsnorm, maar (reeds) vanwege strijd met artikelen 2 en 8 van het EVRM. Een wijziging van de grondslag klinkt misschien triviaal, maar heeft grote gevolgen: klimaatverandering is opeens officieel een mensenrechtenkwestie geworden. Het emissiereductiegebod van het hof is hierdoor een stuk ‘harder’ dan het gebod van de rechtbank. Bovendien stelt het hof een aantal aanvullende eisen ten opzichte van de rechtbank, waardoor de Nederlandse Staat meer en sneller zijn CO2-uitstoot moet reduceren dan eerst het geval was. In deze blog sta ik stil bij deze en enkele andere verschillen tussen het klimaatoordeel van het hof en dat van de rechtbank. 

Lees verder

Ongezond en (on)geoorloofd; vrij of veilig?

(Volks)gezondheidsproblemen die gepaard gaan met roken, alcohol, suiker, transvetten en andere legale maar (potentieel) gezondheidsbedreigende producten, halen dagelijks het nieuws. Vanuit alle hoeken van de maatschappij wordt geroepen om gedrags- en beleidsaanpassing. Wat is de rol die het recht speelt, kan spelen en moet spelen ter bestrijding van de verwezenlijking van legale maar gezondheidsbedreigende risico’s? De zoektocht naar deze rol is de rode draad van het boek Ongezond en (on)geoorloofd. Publiek-en privaatrecht & legale, maar gezondheidsbedreigende producten en diensten dat op 18 mei 2018 op het Ucall-Jubileumcongres wordt gepresenteerd. Het boek draait om de vragen aan wie het is om in te grijpen en met welke (rechts)middelen, als schade dreigt als gevolg van legale maar gezondheidsbedreigende producten en diensten in het algemeen, en een aantal specifieke in het bijzonder. Lees verder

Klimaataansprakelijkheid 2.0 – Een vergelijking tussen de klimaatzaak tegen de Staat en de klimaatzaak tegen Shell

In een brief aan de directie van Shell, heeft Milieudefensie het oliebedrijf aansprakelijk gesteld voor het mede veroorzaken van gevaarlijke klimaatverandering. Als Shell niet akkoord gaat met de voorgestelde klimaatmaatregelen, stapt Milieudefensie naar de rechter. Mocht het aankomen op een rechtszaak, dan is het voor het eerst dat een belangenorganisatie probeert het klimaatbeleid van een onderneming te veranderen met behulp van een rechterlijk gebod. Eerder, in de welbekende klimaatrechtszaak van stichting Urgenda tegen de Nederlandse Staat, werd de gebodsactie al succesvol ingezet om verdergaande klimaatmaatregelen af te dwingen bij de overheid. Klimaataansprakelijkheid van ondernemingen is een andere tak van sport dan klimaataansprakelijkheid van overheden, maar er zijn ook interessante parallellen. Deze blog staat stil bij de belangrijkste overeenkomsten en verschillen tussen het Urgenda-proces en de klimaatzaak tegen Shell. Daarnaast schetst deze bijdrage in vogelvlucht het juridisch kader van klimaataansprakelijkheid. Lees verder

Verplichtingen van bedrijven bij klimaatverandering

Op dinsdag 23 januari 2018 werden, in navolging van de presentatie op 18 januari in Amsterdam, de ‘Principles on Climate Obligations of Enterprises’ (hierna: principles) gepresenteerd in Londen. De principles zijn een follow-up van de Oslo-principles die de verplichtingen van staten ten aanzien van klimaatverandering in kaart brengen, waarover Giesen reeds een blog schreef. De principles zijn opgesteld door ‘the Expert Group on Climate Obligations of Enterprises’, bestaande uit experts op het gebied van het internationale recht, het aansprakelijkheidsrecht, het milieurecht, het ondernemingsrecht en mensenrechten. Het project is geïnitieerd door Jaap Spier. Hij stelde tevens de principles en het daarbij behorende commentaar op. Deze blog behandelt het doel van de principles, de belangrijkste verplichtingen en hun juridische status en legitimiteit. Voor een meer gedetailleerde verhandeling van deze en andere thema’s wordt het lezen van de principles, die open access zijn gepubliceerd, van harte aanbevolen. Lees verder