Maandelijks archief: maart 2019

Ruimer baan voor smartengeld bij inbreuken op fundamentele rechten? Een reactie op HR 15 maart 2019, ECLI:NL:HR:2019:376

Leed of verdriet komen in het schadevergoedingsrecht slechts in enkele, door de wet benoemde gevallen voor vergoeding in aanmerking. De algemene regeling hiervoor biedt artikel 6:106 BW. Wanneer de benadeelde niet is aangetast in zijn eer of goede naam en geen lichamelijk letsel heeft, is nodig dat hij ‘op andere wijze in zijn persoon is aangetast’ (behoudens in de bijzondere categorieën van sub a en c van artikel 6:106, lid 1 BW, die hier zullen blijven rusten). Deze ‘vangnetcategorie’ wordt al jaren tamelijk strak beteugeld.  Lees verder

Denkfouten bij de begroting van smartengeld: framing- en ankereffect

Binnen Ucall is het afgelopen jaar door een aantal onderzoekers vanuit diverse rechtsgebieden onderzoek gedaan naar enkele van de vele assumpties waarvan de rechtspraak zich bedient in haar uitspraken. Met de term ‘assumptie’ doelen wij op een betwistbare empirisch georiënteerde aanname van de rechter als onderdeel van zijn argumentatie, betwistbaar in die zin dat het de vraag is of de assumptie wel afdoende gegrond is in de empirie. Een tiental bijdragen waarin dergelijke assumpties aan een kritisch beschouwing worden onderworpen, zijn bijeengebracht in de binnenkort (maart 2019) te verschijnen Ucall-bundel ‘Assumpties annoteren’ (Den Haag: Boom Juridisch 2019, onder redactie van I. Giesen, S. Wiznitzer, A. Keirse & W.S. de Zanger). Voordat die bundel verschijnt, zullen op deze website alvast enkele ‘appetizers’ in de vorm van een Blogpost over de resultaten van dat project verschijnen.

Hierbij gaat nummer 5 in die reeks, door Rianka Rijnhout en Nanouk Schipper Lees verder

Geesten bestaan (niet)? De strafrechter over psychische overmacht in culturele strafzaken

Binnen Ucall is het afgelopen jaar door een aantal onderzoekers vanuit diverse rechtsgebieden onderzoek gedaan naar enkele van de vele assumpties waarvan de rechtspraak zich bedient in haar uitspraken. Met de term ‘assumptie’ doelen wij op een betwistbare empirisch georiënteerde aanname van de rechter als onderdeel van zijn argumentatie, betwistbaar in die zin dat het de vraag is of de assumptie wel afdoende gegrond is in de empirie. Een tiental bijdragen waarin dergelijke assumpties aan een kritisch beschouwing worden onderworpen, zijn bijeengebracht in de binnenkort (maart 2019) te verschijnen Ucall-bundel ‘Assumpties annoteren’ (Den Haag: Boom Juridisch 2019, onder redactie van I. Giesen, S. Wiznitzer, A. Keirse & W.S. de Zanger). Voordat die bundel verschijnt, zullen op deze website alvast enkele ‘appetizers’ in de vorm van een Blogpost over de resultaten van dat project verschijnen.

Hierbij gaat nummer 5 in die reeks, door Renée Kool:  Lees verder