Categorie archief: Beweging in het Aansprakelijkheidsrecht

Greenworld en QNOW: aansprakelijkheid wegens onrechtmatige rechtspraak van een nieuwe invulling voorzien!

 

Sinds het Greenworld-arrest uit 2009 is er een discussie gaande over de vraag of de Hoge Raad in dat arrest afstand heeft gedaan van zijn eerdere standaardrechtspraak uit 1971 als het om staatsaansprakelijkheid wegens onrechtmatige rechtspraak gaat. In deze bijdrage wordt ervan uit gegaan dat dit inderdaad het geval is. Omdat die Greenworld-zaak uiteindelijk een zaak van arbitrale aansprakelijkheid betrof, wordt in dit blog vervolgens besproken wat de mogelijke invloed op die nieuwe regels inzake staatsaansprakelijkheid is van het QNOW-arrest dat specifiek handelde over de aansprakelijkheid van een arbiter. Betoogd wordt dat de Hoge Raad in dat arrest de toepassingsvoorwaarden voor de Greenworld-aansprakelijkheid licht versoepeld heeft, zodat (ook) de aansprakelijkheid wegens onrechtmatige rechtspraak (iets) eenvoudiger bereikbaar is geworden. Doordat de nieuwe criteria voor onrechtmatigheid in gevallen van onrechtmatige rechtspraak na het QNOW-arrest nauw aansluiten bij reeds bekende maatstaven uit andere delen van het aansprakelijkheidsrecht, is aldaar ook verdere inspiratie te halen als het gaat om de toekomstige toepassing van de regels van onrechtmatige rechtspraak. Lees verder

Bange dokters? Onderzoeken naar defensive medicine in Nederland

‘Medische missers kosten ziekenhuizen steeds meer geld’, zo kopte de NOS op 24 juni op haar website. In het artikel wordt gewaarschuwd voor ‘Amerikaanse toestanden’ in de Nederlandse zorg: de gemiddelde claimbedragen die ziekenhuizen moeten uitbetalen, zouden de afgelopen jaren namelijk fors zijn toegenomen. Er wordt gesuggereerd dat de hogere claims invloed hebben op het handelen van de arts: die zou door angst voor juridische of financiële claims zijn gedrag op de werkvloer aanpassen. Deze gedragsaanpassingen zouden tot gevolg hebben dat artsen te weinig of juist te veel zorg gaan verlenen, wat niet in het belang is van de patiënt.

Dat de angst voor aansprakelijkstelling dit soort ongewenste effecten op het gedrag van zorgverleners kan hebben is al vaker betoogd, waarbij ook wel wordt gesproken van ‘defensief gedrag’. Maar wat is defensief gedrag eigenlijk precies, en kan men echt zo stellig beweren dat defensief gedrag een probleem is in de Nederlandse zorgverlening? In dit blog ga ik nader op deze vragen in, door het bespreken van enkele binnen- en buitenlandse onderzoeken naar defensief gedrag onder artsen. Lees verder

Theoretische lenzen – Recht in de Risicomaatschappij


In de bundel Law in the Risk Society (samengesteld uit papers van het Ucallcongres 2015 onder dezelfde naam) wordt het recht bestudeerd vanuit verschillende theoretische en normatieve lenzen waarbij het gedeelde maatschappijtheoretisch kader dat van de risicomaatschappij is, zoals ontwikkeld door de Duitse sociaal-theoreticus Ulrich Beck. In deze blog legt Bald de Vries uit wat de meerwaarde is van deze methodologische benadering van de rechtswetenschap aan de hand van een aantal voorbeelden uit de bundel. Lees verder

Bewegingen van overheidsaansprakelijkheidsrecht

Een van de belangrijkste ontwikkelingen in en op de grenzen van het aansprakelijkheidsrecht betreft het overheidsaansprakelijkheidsrecht. In een groot aantal landen, waaronder Nederland, zijn belangrijke wettelijke hervormingen op het terrein van overheidsaansprakelijkheidsrecht doorgevoerd. Voorts is er sprake van een aanhoudende stroom van – voor de ontwikkeling van het aansprakelijkheidsrecht – belangrijke jurisprudentie hier te lande en daarbuiten. De afgelopen decennia heeft bovendien het Hof van Justitie van de Europese Unie een uniform stelsel van lidstaataansprakelijkheid voor schending van Unierecht ontwikkeld en heeft ook de rechtspraak van het Europese Hof van de Rechten van de Mens het overheidsaansprakelijkheidsrecht beïnvloed en geëuropeaniseerd.  Te midden van deze bewegingen rijst de vraag of het Nederlandse overheidsaansprakelijkheidsrecht in of uit de pas loopt met andere rechtsstelsels, of Nederland met andere woorden een inhaalslag heeft te maken.
Lees verder

De zaak Wood v Capita Insurance Services [2017] UKSC 24 inzake uitleg van een commercieel contract: een onvoordelige ‘bargain’ is de eigen verantwoordelijkheid van partijen

Uitleg van bedingen in commerciële contracten tussen professionele partijen: dat is ingewikkelde thematiek, zowel in Nederland als in Engeland. In deze blog wordt aan de hand van een zeer recente uitspraak van het Supreme Court van het Verenigd Koninkrijk aangestipt hoe het Engelse recht omgaat met deze problematiek, waarbij zal blijken dat partijen volgens het Supreme Court een grote eigen verantwoordelijkheid voor de formulering van contractsbepalingen hebben. De rechter schiet een partij die niet stevig genoeg heeft onderhandeld over de contractvoorwaarden, niet achteraf te hulp, zo zal blijken. Voor de Nederlandse jurist is deze uitspraak interessant, omdat men zich bewust moet zijn van de consequenties als een contract naar Engels recht moet worden beoordeeld.
Lees verder

Honderd UCALL weblogs: een succesvolle verspreider van het ‘Ucall-gedachtegoed’

Op 8 april 2014 verscheen de eerste tekst op dit weblog. Programmaleider Ivo Giesen schreef daarbij over het klassieke thema van de verhouding tussen de wetgever en de rechter. Nu bijna drie jaar later, verschijnt het honderdste weblog. Een goed moment om kort te reflecteren op het Ucall-weblog, de balans op te maken en vooruit te kijken naar de richting die wij met dit weblog op zullen gaan. Het weblog blijkt een goede manier te zijn om snel ideeën te verspreiden naar een potentieel groot publiek. Weblogteksten worden geregeld opgepakt in andere media en kunnen na een nadere uitwerking leiden tot volwaardige wetenschappelijke publicaties. Zij zijn een laagdrempelige manier om onderzoeksresultaten en het ‘Ucall-gedachtegoed’ te verspreiden en verder te ontwikkelen. Lees verder

Aansprakelijkheid voor schade door gasboringen (2): de Rechtbank Noord-Nederland stelt aansprakelijkheid Nederlandse Staat vast, maar wijst vergoeding af

In onze blog van 7 maart jl. belichtten wij de overwegingen van de Rechtbank Noord-Nederland die leidden tot het oordeel dat de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) onder andere aansprakelijk is voor geleden en nog te lijden immateriële schade door mensen die boven het Groningenveld wonen en hebben gewoond. In dit tweede blog over het vonnis van 1 maart staat, zoals aangekondigd, het ‘hoe en waarom’ centraal van het oordeel van de rechtbank dat de Staat onzorgvuldig heeft gehandeld. Dat oordeel leverde geen schadevergoedingsverplichting, maar wel de nodige stof tot discussie op.
Lees verder

Anticiperen op de stelplicht: voetangels en klemmen in het ‘letselschadebewijsrecht’

Tijdens het laatste symposion van de vereniging voor letselschadeadvocaten (LSA) op 27 januari jongstleden was de aandacht volledig gericht op de ‘opbouw’ van een personenschadezaak vanaf de intake tot de regeling of uitspraak. Ik was door de organisatoren gevraagd iets te komen vertellen over het inschatten van voetangels en klemmen met betrekking tot de stelplicht en het bewijs bij het opzetten en behandelen van een personenschadezaak. Daarover is natuurlijk het nodige te zeggen. Ik onderscheidde zelf drie thema’s voor de nog te verschijnen bundel naar aanleiding van het congres. Daarvan licht ik er één hier uit, namelijk de noodzaak om te anticiperen op de stelplicht en de (gemotiveerde) betwistingsplicht. Ik bekijk dit thema vanaf de intake, dus vanaf het moment waarop en de rechtsbijstandverleners en de verzekeraar(s) inschattingen moeten gaan maken, vooruit moeten gaan denken, en moeten gaan bedenken wat een eventueel later in te schakelen rechter – want dat is steeds het uiteindelijke perspectief – zal beslissen, gegeven hetgeen gebeurd is tussen slachtoffer en (vermeende) dader.

Lees verder

Aansprakelijkheid voor schade door gasboringen (1): de Rechtbank Noord-Nederland wijst vergoeding van immateriële schade toe

Op woensdag 1 maart 2017 besliste de Rechtbank Noord-Nederland, onder meer, dat de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) aansprakelijk is voor door inwoners van het Groningenveld geleden en nog te lijden immateriële schade, en voor vermogensschade in de zin van gemist ongestoord woongenot waarvoor uitgaven zijn gedaan die vanwege de aardbevingen doel hebben gemist. Het is dit deel van het vonnis dat in deze blog centraal staat, en wel in het bijzonder de overwegingen van de rechtbank ten aanzien van de vergoedingsplicht van de NAM voor de door eisers geleden immateriële schade. Naast de aansprakelijkheid van de NAM heeft de Rechtbank ook geoordeeld dat de Staat onzorgvuldig heeft gehandeld. Een schadevergoedingsverplichting heeft dat echter niet opgeleverd. Het hoe en waarom van die beslissing bespreken we in deel twee van deze blog over het vonnis dat overigens – aldus Rijnhout – meer aandacht in de landelijke media had verdiend. 

Lees verder

De rechtszaken over de gaswinning in Groningen vragen om daadkracht

Op 1 maart besliste de Rechtbank Noord-Nederland dat de Groningers in het gaswinningsgebied een vergoeding voor immateriële schade (leed) toekomt, omdat hun recht op een veilige woonomgeving en persoonlijke levenssfeer op ernstige wijze is doorkruist door de NAM. De gedupeerden hebben stress, zijn bang voor hun veiligheid en die van hun dierbaren, hebben financiële zorgen en het is onzeker of en wanneer dit gaat eindigen. De aardbevingen in Groningen vormen op dit moment een van de belangrijkste maatschappelijke problemen in Nederland. Het wordt hoog tijd dit niet alleen te erkennen, maar ook om daadkrachtig op te treden.

Lees verder