Auteursarchief: Ivo Giesen

Ivo Giesen

Over Ivo Giesen

Ivo Giesen is hoogleraar Privaatrecht, in het bijzonder aansprakelijkheidsrecht en burgerlijk procesrecht, aan de Universiteit Utrecht en programmaleider van het Utrecht Centre for Accountability and Liability Law. Zijn werk is een zoektocht naar creatieve oplossingen voor hedendaagse maatschappelijke problemen binnen het aansprakelijkheids- en procesrecht, gefundeerd op het geldende recht, maar altijd naar buiten kijkend (interne rechtsvergelijking, externe rechtsvergelijking, psychologie, sociologie, economie, etc.) om inspiratie op te doen, en daarbij zonder aarzeling (oude) grenzen overschrijdend waar nodig.

Stuur e-mail | Profielpagina

Na Urgenda: een huiselijk gesprek over de overheid in het strafbankje

Wat als de Urgenda-uitspraak straks bij de Hoge Raad in stand blijft? En wat als de overheid dan niet (meer) kan voldoen aan het opgelegde bevel? Gijzelt Urgenda dan een Minister? Of gaat zij voor een fikse dwangsom, en zo ja, wat mogen ze dan doen met die centen? Wat volgt zijn enkele overpeinzingen na een keukentafelgesprek… Lees verder

‘Het ‘chilling effect’ in de journalistiek: feit of nepfeit?

Binnen Ucall is de afgelopen jaren door een aantal onderzoekers vanuit diverse rechtsgebieden onderzoek gedaan naar enkele van de vele assumpties waarvan de rechtspraak zich bedient in haar uitspraken. Met de term ‘assumptie’ doelen wij op een betwistbare feitelijke aanname van de rechter die verder niet empirisch is onderbouwd. Een tiental bijdragen waarin dergelijke assumpties aan een kritische beschouwing worden onderworpen, zijn bijeengebracht in de binnenkort te verschijnen Ucall-bundel ‘Assumpties annoteren’ (Den Haag: Boom Juridisch 2019, onder redactie van I. Giesen, S. Wiznitzer, A.L.M. Keirse, & W.S. de Zanger). Voordat die bundel verschijnt, zullen op deze website alvast enkele ‘appetizers’ in de vorm van een blogpost over de resultaten van dat project verschijnen. Hierbij gaat nummer 1 in die reeks, door Ivo Giesen  Lees verder

Tien jaar civilologie: hoe ver staan de luiken open?

Zo’n 10 jaar geleden werd de ‘civilologie’ in Nederland geïntroduceerd als een verzamelterm voor rechtsgeleerd onderzoek en onderwijs naar de interactie tussen empirie en privaatrecht. Nu, een decennium later, rijst de vraag wat er terecht gekomen is van die beweging. We onderzochten en beschreven de omgang met de civilologie in een artikel voor de Belgische bundel “Privaatrecht in Actie!” (W.H. van Boom & I. Giesen, Tien jaar civilologie: hoe ver staan de luiken open? in: J. Baeck (red.), Privaatrecht in Actie!, die Keure: Brugge 2018, p. 13-46). Wat zijn de hoofdlijnen uit die bijdrage? Datpresenteren wij u graag in deze Blogpost. Lees verder

(Zelf)Regulering van en in het privaatrecht: op zoek naar een ‘ReL’?

Er is op dit moment alle aanleiding – geen zorg, ik licht dat hieronder toe – om de vraag naar de verantwoordelijkheid van de privaatrechtelijke wetgever, mede in relatie tot de civiele rechter, opnieuw aan de orde te stellen. Dat betekent in het huidige tijdsgewricht wel dat daarbij tevens een derde groep van (neutraal geformuleerd) ‘regelmakers’ in de beschouwing moet worden meegenomen. Het gaat dan om de private actoren (als in: de markt, de branches) die bij het uitvaardigen van ‘regelgeving’ betrokken zijn; kortom, zelfregulering of alternatieve regelgeving. Dat fenomeen roept namelijk de vraag op: wanneer moet de wetgever optreden en wanneer laat deze private actoren aan het roer?  Lees verder

Twee blije WhatsApp-ers over affectieschade

Noot vooraf van de redactie: Via het e-mailadres van de Ucall blogcommissie ontvingen wij, de redactie van het Ucall weblog, hedenochtend de onderstaande tekst. Naar het zich laat aanzien betreft het een WhatsApp-conversatie tussen twee Ucall’ers over de acceptatie van de vergoeding van affectieschade in Nederland. Of het de bedoeling was om deze reeks berichten ter publicatie aan te bieden, weten we niet, maar de actualiteit van het thema  rechtvaardigt dat wel. Voor vragen of nadere duiding kunt u zich vervoegen bij de auteurs.  Lees verder

De juridische ‘angle’ aan het ‘doenvermogen’ van de WRR

In het in april 2017 gelanceerde rapport ‘Weten is nog geen doen. Een realistisch perspectief op redzaamheid’ is door de WRR betoogd dat naast het ‘denkvermogen’ van de burger in de huidige participatiesamenleving ook de nodige aandacht zou moeten worden besteed aan diens ‘doenvermogen‘. De overheid rekent er immers op dat de participerende burger zelfredzaam is als het gaat om bijvoorbeeld gezondheid, arbeidsmarktperspectieven en financiën. Kortom, dat de burger in staat is om te doen wat nodig is. Voor dat doenvermogen zijn onze ‘niet-cognitieve vermogens, zoals een doel stellen, in actie komen, volhouden en om kunnen gaan met verleiding en tegenslag’, aldus de WRR, van eminent belang. Niet iedere burger is in gelijke mate bedeeld met die vermogens. Het daarmee geijkte kernbegrip ‘doenvermogen’ toetst aldus, in essentie, of de burger kan doen wat de overheid van hem, als participerend burger, verwacht. Om problemen in de uitvoeringsfase van nieuwe regelgeving tegen te gaan, moet ten tijde van het maken van beleid en/of wetgeving, alvast worden bezien of dat doenvermogen bij de betrokken burgers aanwezig mag worden verondersteld. Expliciet moet dus de vraag aan de orde komen, aldus de WRR op p. 140, en sinds januari jl.  ook het Kabinet, “of de inrichting van de regelgeving rekening houdt met verschillen in doenvermogens van de burger”.  Lees verder

Greenworld en QNOW: aansprakelijkheid wegens onrechtmatige rechtspraak van een nieuwe invulling voorzien!

 

Sinds het Greenworld-arrest uit 2009 is er een discussie gaande over de vraag of de Hoge Raad in dat arrest afstand heeft gedaan van zijn eerdere standaardrechtspraak uit 1971 als het om staatsaansprakelijkheid wegens onrechtmatige rechtspraak gaat. In deze bijdrage wordt ervan uit gegaan dat dit inderdaad het geval is. Omdat die Greenworld-zaak uiteindelijk een zaak van arbitrale aansprakelijkheid betrof, wordt in dit blog vervolgens besproken wat de mogelijke invloed op die nieuwe regels inzake staatsaansprakelijkheid is van het QNOW-arrest dat specifiek handelde over de aansprakelijkheid van een arbiter. Betoogd wordt dat de Hoge Raad in dat arrest de toepassingsvoorwaarden voor de Greenworld-aansprakelijkheid licht versoepeld heeft, zodat (ook) de aansprakelijkheid wegens onrechtmatige rechtspraak (iets) eenvoudiger bereikbaar is geworden. Doordat de nieuwe criteria voor onrechtmatigheid in gevallen van onrechtmatige rechtspraak na het QNOW-arrest nauw aansluiten bij reeds bekende maatstaven uit andere delen van het aansprakelijkheidsrecht, is aldaar ook verdere inspiratie te halen als het gaat om de toekomstige toepassing van de regels van onrechtmatige rechtspraak. Lees verder

Ingehaald door de geschiedenis… Tijdloze vragen voor de toekomst: historisch onrecht

Eens in de zoveel tijd wordt de rechtswetenschap – en vaak kort daarna de rechtspraktijk getroffen door de plotsklapse aandacht voor een voorheen onderbelicht thema en blijkt er opeens een ‘trending topic’ te zijn opgestaan. De zogenoemde ‘omkeringsregel’ was er zo een, net als de klachtplicht, en recenter de juridische problemen rondom zelfrijdende auto’s. Zo’n fenomeen meen ik ook te ontwaren – hoewel het wat voorzichtiger aan de poorten rammelt – waar het gaat om ‘historisch onrecht’. Ik doel dan op die gevallen waarin nu, vele jaren na dato, langs juridische weg gezocht wordt naar erkenning en genoegdoening voor leed dat in het verleden is toegebracht aan (groepen) mensen hier of elders. Lees verder

Anticiperen op de stelplicht: voetangels en klemmen in het ‘letselschadebewijsrecht’

Tijdens het laatste symposion van de vereniging voor letselschadeadvocaten (LSA) op 27 januari jongstleden was de aandacht volledig gericht op de ‘opbouw’ van een personenschadezaak vanaf de intake tot de regeling of uitspraak. Ik was door de organisatoren gevraagd iets te komen vertellen over het inschatten van voetangels en klemmen met betrekking tot de stelplicht en het bewijs bij het opzetten en behandelen van een personenschadezaak. Daarover is natuurlijk het nodige te zeggen. Ik onderscheidde zelf drie thema’s voor de nog te verschijnen bundel naar aanleiding van het congres. Daarvan licht ik er één hier uit, namelijk de noodzaak om te anticiperen op de stelplicht en de (gemotiveerde) betwistingsplicht. Ik bekijk dit thema vanaf de intake, dus vanaf het moment waarop en de rechtsbijstandverleners en de verzekeraar(s) inschattingen moeten gaan maken, vooruit moeten gaan denken, en moeten gaan bedenken wat een eventueel later in te schakelen rechter – want dat is steeds het uiteindelijke perspectief – zal beslissen, gegeven hetgeen gebeurd is tussen slachtoffer en (vermeende) dader.

Lees verder

De ‘Yuridisering’ van Nederland

hoge-raad-2De Olympische Spelen in Rio brachten afgelopen augustus mooie sport en zinderende spanning, maar ook, via het kort geding dat turner Yuri van Gelder aanspande nadat hij uitgesloten werd van deelname, het besef dat de juridisering van de samenleving ook in Nederland hard toegeslagen heeft. Niets geen ‘Amerikaanse’ toestanden, maar ‘Hollands welvaren’, zo lijkt het.

Lees verder